Voor lijfrentepolissen die bij afkoop ‘onder water’ staan, geldt sinds deze maand een coulance-regeling bij afkoop vóór de uitkeringsdatum.
Bij lijfrentepolissen bouw je via sparen of beleggen met de premie-inleg een vermogen op dat in principe niet wordt belast met de vermogensheffing in box 3. Als het om aanvullend pensioen gaat is het bovendien mogelijk om bij een aantoonbaar ‘pensioengat’ de ingelegde premies op te voeren als aftrekpost bij de inkomstenbelasting.
De bedoeling is vaak om tegen de pensioenleeftijd de vermogenspot om te zetten in een uitkeringsproduct. Over de uitkeringen wordt dan wel inkomstenbelasting betaald.
Deze fiscale constructie heeft wel een keerzijde: wil je het opgebouwde vermogen in zo’n lijfrentepolis eerder aanspreken, dan geldt een afkoopregeling. En die is behoorlijk duur.
Afkopen lijfrente
Bij eerdere stopzetting en opvraag van het vermogen wil de Belastingdienst op twee manieren afrekenen. De verzekeraar of bank moet op de afkoopsom loonheffing inhouden die verwerkt wordt bij de aangifte voor de inkomstenbelasting. Standaard geldt hier een tarief van 52 procent belasting over de afkoopsom.
Daarbovenop komt nog een soort boete, de revisierente, en die bedraagt 20 procent van de afkoopsom. De belasting van in totaal 72 procent geldt niet bij afkoopsommen onder de 4.242 euro.
Minimumwaardering
De berekening van de afkoopwaarde gebeurt in principe op basis van de marktwaarde van het opgebouwde vermogen óf de som van de inlegde premiebedragen, als laatstgenoemd bedrag hoger is. Dit is de zogenoemde minimumwaarderingsregel.
Voor veel eigenaren van oudere beleggingspolissen - zeker als het om 'woekerpolissen' gaat - geldt dat het opgebouwde vermogen fors is achtergebleven bij de verwachtingen. Afkoop kan dan extra ongunstig zijn als die op basis van de waarde van de ingelegde premies plaatsvindt.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft zich hiervoor gevoelig getoond en per 3 september dit jaar een besluit genomen, dat sinds 12 september van kracht is. De minimumwaarderingsregel geldt sindsdien niet meer voor gevallen waarin de waarde van de vermogenspot lager is dan de som van de ingelegde premies. De (lagere) waarde van het opgebouwde vermogen is dan toch de basis voor de afkoopwaarde.
Blijft staan dat voortijdig afkopen van een lijfrente een dure zaak is.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl